Tijdens dit hoofdstuk heb ik geprobeerd om het werkboek niet te gebruiken en in plaats daarvan werkbladen met de nadruk op het gebruik van de atlas. Richting het einde van het hoofdstuk ging ik aan de slag met qr-codes. Ik heb verschillende google-formulieren gemaakt waarbij ik na inleveren in een oogopslag kan zien welke leerlingen met welk onderdeel nog wat aansturing nodig heeft. Ik had gehoopt dat deze manier van werken invloed zou hebben op de resultaten. En op de motivatie, Dat laatste is wel gelukt hoewel één van de 3 klassen liever in het computerlokaal zit dan met de iPads werkt. Ik ben er nog niet achter waarom.
Ik heb de toetsen nagekeken, het valt me op dat leerlingen niet de antwoorden geven die ik verwacht had. Op de vraag hoe ontstaat kalksteen geven ze minimale antwoorden die ik afkeur (door dode fossielen of door kalk dat bij stenen is gekomen) ook de vraag waarom komen terpen voor in het noorden van Nederland beantwoorden ze summier: dat hoort bij het zeekleilandschap. Mijn reactie is: waarom?
Waarom komen er terpen voor in het zeekleilandschap? Als ik wil dat kinderen antwoord kunnen geven op deze vraag dan zal ik mijn lessen ook anders moeten inrichten. Ik zal daar meer bij stil moeten staan bij de 'waarom' vraag. Waarom? Omdat ik dat belangrijk vind. Omdat ik denk dat het leerlingen helpt om meer na te denken over van alles en nog wat. Het volgende hoofdstuk ga ik me meer bezig houden met deze vraag. Hoe? Door er veel mee te oefenen.
Deze vraag sluit wel aan bij een onderwerp dat in mijn onderbewuste suddert. Wat wil ik nu eigenlijk dat mijn leerlingen leren, hoort daar het geven van cijfers bij en wat is de rol van technologie. Ik las deze blogs deze week van Arjan Moree en Jörgen van Remoortere het lezen van zo'n blog en het erover hebben met mijn collega's zullen uiteindelijk een verandering in mijn lesgeven teweeg gaan brengen. Een verandering die ik misschien pas echt kan duiden over een jaar ... of twee.